De Nieuwe Traditie opvolging bij familiebedrijven

George van Dam, 55 jaar, een van de twee eigenaren van een aantal schoenenzaken gevestigd in Gorinchem en omgeving: “Wij hebben een florerend familiebedrijf met vijf filialen. Het zit al langer in mijn hoofd om een zesde zaak te openen. Wat verder weg; Utrecht of Den Bosch. Mijn oudere broer, die bedrijfsleider is en zijn vrouw, commercieel directeur van onze firma, zijn er faliekant tegen.

Ze vinden nog meer expansie niet bij het bedrijf passen. En zij willen zeker niet buiten de regio Gorinchem. Dat past onze familie niet, vinden zij. Wat zij willen is consolideren, misschien zelfs een kleine krimp. Een of twee vestigingen verkopen of op een andere manier een kasrondje maken. Ze willen genieten van het leven, zoals ze dat noemen. Ze hebben lang en hard genoeg gewerkt, vinden ze. En dat zorgt voor spanningen in de familie.”
George van Dam zit tegenover mij in een van de zwarte stoelen in de bibliotheek. Hij lijkt te groot voor de stoel, misschien wel te groot om binnen te zitten. Hij lijkt een buitenman. Iemand die veel ruimte nodig heeft. Letterlijk en figuurlijk.
“Ik weet zegt hij dat je in een familiebedrijf niet alleen te maken hebt met uitdagingen in een economische en maatschappelijke omgeving, maar ook met de uitdagingen binnen de familie. Bloedverwanten denken anders dan zakenrelaties. Maar ik had nooit gerekend om zo’n tegenstrijdige visie. Zo maken ze het bedrijf kapot. Het is mij best als zij willen stoppen, maar ik wil dat niet. Ik ben nog vol power. Ik ga er volledig voor. Maar ik wil ook geen ruzie met mijn broer en schoonzus. Onze wensen liggen zover uit elkaar. Hoe kan het ooit nog goed komen? Dit kan alleen maar verliezers opleveren. Dit lijkt een gevecht zonder winnaars”

Hij zat tegenover mij om te spreken over zijn persoonlijk leiderschap en om een oplossing te vinden voor de ver uiteenlopende ideeën van hem en zijn broer en schoonzus. Als eerste hebben we gekeken hoe onmogelijk en mogelijk nu de verschillende ideeën waren. Objectief en zonder oordeel. Daarnaast hebben we gekeken wat er stagneerde, vast zat, omdat er aannames waren en onterechte conclusies en consequenties getrokken werden, aan twee kanten. Zodoende hebben we een prikkelende leeromgeving gecreëerd waarin de hele familie zijn verhaal heeft gedaan. Waar het verbindend vermogen met zowel het bedrijf, de bedrijfsdoelstellingen als de waarden en normen van de familie centraal stonden.
George van Dam zei later: “Ik heb de gesprekken als zeer waardevol ervaren en ik heb geleerd dat emotie en aandacht binnen de familie een veel belangrijker rol spelen dan de harde cijfers. Ik heb uitvoerig met mijn broer en schoonzus gesproken. We zitten nu meer op één lijn en hebben uiteindelijk samen besloten de mogelijkheid van een zesde filiaal te onderzoeken. Hij en zijn vrouw gaan beiden drie dagen in de week werken en we leiden een jong familielid op om hen op termijn op te volgen. Daarnaast zal mijn broer een gedeelte van zijn aandelen kunnen verkopen aan de b.v. en met de vrijgekomen middelen zal hij een aantal van zijn dromen waar kunnen maken. Dit is verreweg de beste oplossing voor ons allemaal. Ik had nooit verwacht dat dit tot één van de mogelijkheden zou behoren. Dat had ik echt nooit verwacht.”

Jeannette van den Ingh van Wijk
Adviseur familiebedrijven en bedrijfsfamilies

Ook te lezen op www.fambizz.nl/dat-had-ik-echt-nooit-verwacht/